Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Regelmäßigkeit

German and Dutch Translation Search Results for Regelmäßigkeit

Summary

German to Dutch: more detail...

Regelmäßigkeit:
- orde; regelmaat; gelijkmatigheid; gelijkheid; regelmatigheid
Wiktionary:
- Regelmäßigkeit → frequentie

German

Detailed Translations for Regelmäßigkeit from German to Dutch

Regelmäßigkeit:

Regelmäßigkeit [die ~] noun

die Regelmäßigkeit (Ordnung; Gleichmäßigkeit; Symmetrie)
de orde; de regelmaat
- orde [de ~] noun
- regelmaat [de ~] noun
die Regelmäßigkeit (Gleichmäßigkeit)
de gelijkmatigheid; de gelijkheid
- gelijkmatigheid [de ~ (v)] noun
- gelijkheid [de ~ (v)] noun
die Regelmäßigkeit
de regelmatigheid
- regelmatigheid [de ~ (v)] noun

Translation Matrix for Regelmäßigkeit:

Noun	Related Translations	Other Translations
gelijkheid	Gleichmäßigkeit; Regelmäßigkeit	Ebenbürtigkeit; Gleichartigkeit; Gleichheit; Gleichwertigkeit
gelijkmatigheid	Gleichmäßigkeit; Regelmäßigkeit	Gelassenheit; Gleichmut
orde	Gleichmäßigkeit; Ordnung; Regelmäßigkeit; Symmetrie	Anordnung; Bestimmung; Dienstordnung; Disziplin; Fusion; Fügung; Gebot; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gesellschaftsschicht; Gesetz; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klasse; Klub; Korporation; Kreis; Ordnung; Position; Rang; Rangordnung; Regel; Regelung; Reglement; Richtlinie; Runde; Satzung; Schicht; Stand; Statut; Unterwerfung; Verein; Vereinigung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht
regelmaat	Gleichmäßigkeit; Ordnung; Regelmäßigkeit; Symmetrie
regelmatigheid	Regelmäßigkeit

Synonyms for "Regelmäßigkeit":

Vorschriftsmäßigkeit
Anordnung; Ordnung; Abhängigkeit; Beziehung; Bezug; Relation; Verbindung; Verhältnis; Verknüpfung; Wechselbeziehung; Zusammenhang
Ordnungsprinzip; Systematik

Wiktionary Translations for Regelmäßigkeit:

Cross Translation:

From	To	Via
• Regelmäßigkeit	→ frequentie	↔ frequency — rate of occurrence of anything