Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bijgevuld:
  2. bijvullen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bijgevuld from Dutch to English

bijgevuld:

bijgevuld adj

  1. bijgevuld

Translation Matrix for bijgevuld:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
refilled bijgevuld

Related Words for "bijgevuld":

  • bijgevulde

bijgevuld form of bijvullen:

bijvullen verb (vul bij, vult bij, vulde bij, vulden bij, bijgevuld)

  1. bijvullen (vullen)
    to fill up; to fill; to top up
    • fill up verb (fills up, filled up, filling up)
    • fill verb (fills, filled, filling)
    • top up verb (tops up, topped up, topping up)
  2. bijvullen (bijschenken; bijtanken)
    to fill up
    • fill up verb (fills up, filled up, filling up)

Conjugations for bijvullen:

o.t.t.
  1. vul bij
  2. vult bij
  3. vult bij
  4. vullen bij
  5. vullen bij
  6. vullen bij
o.v.t.
  1. vulde bij
  2. vulde bij
  3. vulde bij
  4. vulden bij
  5. vulden bij
  6. vulden bij
v.t.t.
  1. heb bijgevuld
  2. hebt bijgevuld
  3. heeft bijgevuld
  4. hebben bijgevuld
  5. hebben bijgevuld
  6. hebben bijgevuld
v.v.t.
  1. had bijgevuld
  2. had bijgevuld
  3. had bijgevuld
  4. hadden bijgevuld
  5. hadden bijgevuld
  6. hadden bijgevuld
o.t.t.t.
  1. zal bijvullen
  2. zult bijvullen
  3. zal bijvullen
  4. zullen bijvullen
  5. zullen bijvullen
  6. zullen bijvullen
o.v.t.t.
  1. zou bijvullen
  2. zou bijvullen
  3. zou bijvullen
  4. zouden bijvullen
  5. zouden bijvullen
  6. zouden bijvullen
diversen
  1. vul bij!
  2. vult bij!
  3. bijgevuld
  4. bijvullend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bijvullen:

NounRelated TranslationsOther Translations
fill up aanvulling; completering; supplement; suppletie; voltooiing
VerbRelated TranslationsOther Translations
fill bijvullen; vullen beslaan; farceren; opvullen; plomberen; ruimte innemen; verzadigen; volgieten; volgooien; volmaken; volplempen; volpompen; volschenken; volstorten; vullen; zich de buik vol eten
fill up bijschenken; bijtanken; bijvullen; vullen aanvullen; completeren; dichtgooien; gaten dichten; opvullen; stoppen; tanken; toevoegen; vol maken; volmaken; volplempen; volstorten; voltallig maken; vullen
top up bijvullen; vullen

Wiktionary Translations for bijvullen:

bijvullen
verb
  1. to fill