Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. nasynchroniseren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nasynchroniseren from Dutch to English

nasynchroniseren:

nasynchroniseren verb (synchroniseer na, synchroniseert na, synchroniseerde na, synchroniseerden na, nagesynchroniseerd)

  1. nasynchroniseren (dubben)
    to synchronize; to dub; to synchronise
    • synchronize verb, American (synchronizes, synchronized, synchronizing)
    • dub verb (dubs, dubbed, dubbing)
    • synchronise verb, British

Conjugations for nasynchroniseren:

o.t.t.
  1. synchroniseer na
  2. synchroniseert na
  3. synchroniseert na
  4. synchroniseren na
  5. synchroniseren na
  6. synchroniseren na
o.v.t.
  1. synchroniseerde na
  2. synchroniseerde na
  3. synchroniseerde na
  4. synchroniseerden na
  5. synchroniseerden na
  6. synchroniseerden na
v.t.t.
  1. heb nagesynchroniseerd
  2. hebt nagesynchroniseerd
  3. heeft nagesynchroniseerd
  4. hebben nagesynchroniseerd
  5. hebben nagesynchroniseerd
  6. hebben nagesynchroniseerd
v.v.t.
  1. had nagesynchroniseerd
  2. had nagesynchroniseerd
  3. had nagesynchroniseerd
  4. hadden nagesynchroniseerd
  5. hadden nagesynchroniseerd
  6. hadden nagesynchroniseerd
o.t.t.t.
  1. zal nasynchroniseren
  2. zult nasynchroniseren
  3. zal nasynchroniseren
  4. zullen nasynchroniseren
  5. zullen nasynchroniseren
  6. zullen nasynchroniseren
o.v.t.t.
  1. zou nasynchroniseren
  2. zou nasynchroniseren
  3. zou nasynchroniseren
  4. zouden nasynchroniseren
  5. zouden nasynchroniseren
  6. zouden nasynchroniseren
en verder
  1. is nagesynchroniseerd
  2. zijn nagesynchroniseerd
diversen
  1. synchroniseer na!
  2. synchroniseert na!
  3. nagesynchroniseerd
  4. nasynchroniserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for nasynchroniseren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dub dubben; nasynchroniseren
synchronise dubben; nasynchroniseren afstemmen; gelijkschakelen; gelijkzetten; synchroniseren
synchronize dubben; nasynchroniseren afstemmen; gelijkschakelen; gelijkzetten; synchroniseren

Wiktionary Translations for nasynchroniseren:


Cross Translation:
FromToVia
nasynchroniseren intensify; augment; grow; increase; rise; double; duplicate redoubler — Traductions à trier suivant le sens