Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate date

Translate date from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

dat:
- este; que; eso; ese; esa; esta
Wiktionary:
- dat → aún si, aún cuando, aunque, a pesar de que, que, ese, esa, eso, aquel, aquella, aquello, quien

Dutch

Detailed Translations for date from Dutch to Spanish

dat:

dat adj

dat
este; que; eso; ese; esa
- este adj
- que adj
- eso adj
- ese adj
- esa adj
dat (dit; die; deze)
esta; este
- esta adj
- este adj

Translation Matrix for dat:

Noun	Related Translations	Other Translations
ese		klankgat; klankgaten
Other	Related Translations	Other Translations
eso		zulks
Modifier	Related Translations	Other Translations
esa	dat	die
ese	dat	die
eso	dat	zulke
esta	dat; deze; die; dit	deze; dit
este	dat; deze; die; dit	deze; dit
que	dat	als; dan; die; waarom

Related Words for "dat":

date

Antonyms for "dat":

dit

Related Definitions for "dat":

geeft aan dat het wat verder bij de spreker vandaan is¹
- dit boek vind ik mooi, maar dat niet¹
waarmee je twee zinnen verbindt¹
- ik ben blij dat je morgen weer komt¹
waarmee je verwijst¹
- het hondje dat aan kwam lopen, moet hier weg¹

Wiktionary Translations for dat:

Cross Translation:

From	To	Via
• dat	→ aún si; aún cuando; aunque; a pesar de que	↔ even though — although
• dat	→ que	↔ that — connecting noun clause
• dat	→ ese; esa; eso; aquel; aquella; aquello	↔ that — what is being indicated
• dat	→ que	↔ that — which
• dat	→ quien; que	↔ which — (relative) who, whom, what
• dat	→ que	↔ que — Complémenteur

¹Muiswerk Woordenboek