Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: beproeving

Dutch and French Translation Search Results for beproeving

Summary

Dutch to French: more detail...

beproeving:
- épreuve; rude épreuve; tourment; châtiment; calvaire
Wiktionary:
- beproeving → affliction, crève-cœur, désolation, essai, épreuve
- beproeving → ordalie, punition, épreuve, tribulation

Dutch

Detailed Translations for beproeving from Dutch to French

beproeving:

beproeving [de ~ (v)] noun

de beproeving (ernstige toetsing)
l'épreuve; la rude épreuve
- épreuve [la ~] noun
- rude épreuve [la ~] noun
de beproeving (kwelling; ergernis; grief; bezoeking; nood; temptatie)
le tourment; le châtiment; le calvaire
- tourment [le ~] noun
- châtiment [le ~] noun
- calvaire [le ~] noun

Translation Matrix for beproeving:

Noun	Related Translations	Other Translations
calvaire	beproeving; bezoeking; ergernis; grief; kwelling; nood; temptatie	lijdensweg; martelgang
châtiment	beproeving; bezoeking; ergernis; grief; kwelling; nood; temptatie	afstraffing; bestraffing; kastijding; straf; tuchtiging
rude épreuve	beproeving; ernstige toetsing	vuurproef
tourment	beproeving; bezoeking; ergernis; grief; kwelling; nood; temptatie	bekommernis; bezorgdheid; droefenis; foltering; kommer; marteling; ongerustheid; pijniging; treurnis; verdriet; verontrusting; zorg
épreuve	beproeving; ernstige toetsing	boetedoening; boetstraf; computertoets; drukproef; eindscriptie; leeroefening; opgave; proefdruk; scriptie; toets; verhandeling; werkstuk
Other	Related Translations	Other Translations
tourment		kwelling

Related Words for "beproeving":

beproevingen

Wiktionary Translations for beproeving:

beproeving

noun

État d’abattement produit par un évènement malheureux.
- affliction → beproeving; droefheid; hartzeer; verdriet; bedroefdheid; zieleleed
(familier, fr) Grand déplaisir, grande douleur mêlée de dépit.
- crève-cœur → beproeving; droefheid; hartzeer; verdriet
extrême affliction.
- désolation → verdriet; ergernis; beproeving; droefheid; hartzeer; bedroefdheid; zieleleed
test
- essai → beproeving; toetsing; proef; test; try; experiment; proefneming
Malheurs, obstacles de la vie, dangers, etc.
- épreuve → beproeving

Cross Translation:

From	To	Via
• beproeving	→ ordalie	↔ ordeal — trial in which the accused was subjected to a dangerous test
• beproeving	→ punition	↔ punishment — harsh treatment or experience
• beproeving	→ épreuve	↔ trial — difficult experience
• beproeving	→ tribulation	↔ tribulation — adversity