Summary
Dutch to German: more detail...
-
zichzelf voor gek zetten:
-
Wiktionary:
zichzelf voor gek zetten → sich zum Narren machen, blamieren
-
Wiktionary:
Dutch
Detailed Translations for zichzelf voor gek zetten from Dutch to German
zichzelf voor gek zetten: (*Using Word and Sentence Splitter)
- zichzelf: sich; sich selbst; sich selber
- voor: dazu; davor; vor; vorn; bevor; ehe; für
- gek: blöd; irre; blöde; wirr; bescheuert; lächerlich; dämlich; gestört; bekloppt; wahnsinnig; töricht; närrisch; unvernünftig; irrsinnig; verstört; unsinnig; übergeschnappt; blödsinnig; geisteskrank; stumpfsinnig; meschugge; idiotisch; wahnwitzig; geistesschwach; idiotenhaft; verrückt; geistkrank; Tor; Narr; Idiot; Verrückte; Irrsinnige; Schwachsinnige; Irre; Wahnsinnige; Geisteskranke; Tollkopf; spinnig; ausgeflippt; Kauz; Mensch; Figur; Rohling; Geck; Vollidiot; Schlappschwanz; Schwächling; Dummkopf; Schalk; Spaßvogel; Hanswurst; Tölpel; Tröttel; Hofnarr
- zet: Schlag; Stoß; Anstoß; Puff; Bums; Zusammenstoß; Anprall; leichter Stoß; Zug; Manöver; Schachzug; Spielzug
- zetten: stellen; einstellen; herstellen; setzen; legen; aufstellen; ablegen; abstellen; einräumen; anbringen; einordnen; hinlegen; hinstellen; unterbringen; installieren; abstreifen; einrücken; austreiben; stationieren; beisetzen; gruppieren; bergen; ablagern; deponieren; Satz; Setzen; Setzarbeit
Wiktionary Translations for zichzelf voor gek zetten:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • zichzelf voor gek zetten | → sich zum Narren machen; blamieren | ↔ make an exhibition of oneself — to embarrass oneself in public |