Dutch
Detailed Translations for verspreking from Dutch to English
verspreking:
-
de verspreking
Translation Matrix for verspreking:
Noun | Related Translations | Other Translations |
slip | verspreking | abuis; blunder; domheid; dwaling; flater; fout; giller; glooiing; glooiingshoek; misgreep; misslag; onderbroek; onderjurk; overtrek; slip; slipje; spreekfout; vergissing |
slip of the tongue | verspreking | spreekfout |
Verb | Related Translations | Other Translations |
slip | floepen; glibberen; glijden; glippen; onderuitgaan; ontglippen; ontschieten; ontvallen; per ongeluk zeggen; slippen; strompelen; uitglibberen; uitglijden; uitschieten; uitschuiven; wegglippen; wegschieten |
Related Words for "verspreking":
Wiktionary Translations for verspreking:
verspreking
noun
-
lapse