Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate docenten

Translate docenten from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

docenten:
- profesores; maestros
docent:
- profesor; docente; profesora; mentor; maestro; educador; pedagogo; instructor
Wiktionary:
- docent → docente, instructor, profesor
- docent → maestro, maestra, profesor, profesora

Dutch

Detailed Translations for docenten from Dutch to Spanish

docenten:

docenten [de ~] noun, plural

de docenten (leraren)
el profesores; el maestros
- profesores [el ~] noun
- maestros [el ~] noun

Translation Matrix for docenten:

Noun	Related Translations	Other Translations
maestros	docenten; leraren	meesters; onderwijzers; schoolmeesters
profesores	docenten; leraren	meesters; onderwijzers; schoolmeesters

Related Words for "docenten":

docent

docenten form of docent:

docent [de ~ (m)] noun

de docent (leraar; leermeester; instructeur)
el profesor; el docente; la profesora; el mentor; el maestro; el educador; el pedagogo; el instructor
- profesor [el ~] noun
- docente [el ~] noun
- profesora [la ~] noun
- mentor [el ~] noun
- maestro [el ~] noun
- educador [el ~] noun
- pedagogo [el ~] noun
- instructor [el ~] noun

Translation Matrix for docent:

Noun	Related Translations	Other Translations
docente	docent; instructeur; leermeester; leraar	heer; heerser; leerkracht; leraar; machthebber; meester; onderwijzer; pedant; schoolmeester; soeverein
educador	docent; instructeur; leermeester; leraar	instructeur; leermeester; oefenmeester; opleider
instructor	docent; instructeur; leermeester; leraar	instructeur; leermeester; oefenmeester; opleider
maestro	docent; instructeur; leermeester; leraar	baas; heer; heerser; instructeur; jurist; leerkracht; leermeester; leraar; leraar op basisschool; machthebber; maestro; magister; meerdere; meester; meester in de rechten; oefenmeester; onderwijskracht; onderwijzer; opleider; patroon; pedant; schoolmeester; soeverein; superieur
mentor	docent; instructeur; leermeester; leraar	aanvoerder; baas; begeleider; gids; hoofd; hoofdman; leider; leidsman; loods; meerdere; meester; opleidster; patroon; superieur
pedagogo	docent; instructeur; leermeester; leraar	opvoeder; pedagoog
profesor	docent; instructeur; leermeester; leraar	heer; heerser; leerkracht; leraar; machthebber; meester; onderwijzer; pedant; schoolmeester; soeverein
profesora	docent; instructeur; leermeester; leraar	docente; juf; juffrouw; leerkracht; leraar; leraar op basisschool; lerares; meester; onderwijzer; onderwijzeres; opleidster; pedant; schooljuffrouw; schoolmeester
-	juf; leraar; meester
Modifier	Related Translations	Other Translations
docente		onderwijzend

Related Words for "docent":

docenten

Wiktionary Translations for docent:

docent

noun

onderwijs|nld, beroep|nld iemand die les geeft (bij het voortgezet of hoger onderwijs)
- docent → docente; instructor; profesor

Cross Translation:

From	To	Via
• docent	→ maestro; maestra; profesor; profesora	↔ teacher — person who teaches