Noun | Related Translations | Other Translations |
application
|
aanwenden; aanwending; behandeling; gebruik; hantering; inzet; toepassing
|
aandrang; aanleggen; ambitie; applicatie; arbeidzaamheid; boordsel; devotie; doel; doeleinde; drang; eerzucht; galon; genegenheid; ijver; ijverigheid; industrie; inzet; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; omzoming; oplegsel; overgave; passement; programma; streven; tak van nijverheid; toegewijdheid; toepassing; toewijding; trouw; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid; zakelijke toepassing; zorgzaamheid
|
emploi
|
aanwenden; aanwending; behandeling; gebruik; hantering; inzet; toepassing
|
aanstelling; ambacht; ambt; arbeid; arbeidsplaats; baan; benoeming; benutting; beroep; bezigheid; dienstbetrekking; dienstverband; functie; gebruik; gewoonte; inspanning; installatie; job; karwei; loonarbeid; loonwerk; positie; professie; taak; taakverschaffing; tewerkstelling; traditie; usance; vak; werk; werkgelegenheid; werkkring; werkplek; werkverschaffing; werkzaamheid
|
mise
|
aanwending; gebruik; inzet; toepassing
|
aanleggen; bod; doel; doeleinde; geld inzetten; gokken; inlay; inzet; inzetten; kledij; motie; pot; poule; propositie; speelgeld; streven; voorstel; voorstel doen
|
mise à prix
|
aanwending; gebruik; inzet; toepassing
|
doel; doeleinde; inzet; prijsstelling; streven
|
usage
|
aanwenden; aanwending; behandeling; gebruik; hantering; inzet; toepassing
|
afhankelijkheid op basis van gebruik; gebruik; gewoonte; overlevering; taalgebruik; traditie; usance; volksgebruik; woordgebruik
|
utilisation
|
aanwenden; aanwending; gebruik; inzet; toepassing
|
benutting; gebruik; utilisatie
|