Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. voortschuiven:


Dutch

Detailed Translations for voortschuiven from Dutch to Swedish

voortschuiven:

voortschuiven verb (schuif voort, schuift voort, schoof voort, schoven voort, voortgeschoven)

  1. voortschuiven (schuiven)
    skuffa; skjuta; skjutsa; knuffa; fösa
    • skuffa verb (skuffar, skuffade, skuffat)
    • skjuta verb (skjuter, sköt, skjutit)
    • skjutsa verb (skjutsar, skjutsade, skjutsat)
    • knuffa verb (knuffar, knuffade, knuffat)
    • fösa verb (föser, föste, föst)

Conjugations for voortschuiven:

o.t.t.
  1. schuif voort
  2. schuift voort
  3. schuift voort
  4. schuiven voort
  5. schuiven voort
  6. schuiven voort
o.v.t.
  1. schoof voort
  2. schoof voort
  3. schoof voort
  4. schoven voort
  5. schoven voort
  6. schoven voort
v.t.t.
  1. ben voortgeschoven
  2. bent voortgeschoven
  3. is voortgeschoven
  4. zijn voortgeschoven
  5. zijn voortgeschoven
  6. zijn voortgeschoven
v.v.t.
  1. was voortgeschoven
  2. was voortgeschoven
  3. was voortgeschoven
  4. waren voortgeschoven
  5. waren voortgeschoven
  6. waren voortgeschoven
o.t.t.t.
  1. zal voortschuiven
  2. zult voortschuiven
  3. zal voortschuiven
  4. zullen voortschuiven
  5. zullen voortschuiven
  6. zullen voortschuiven
o.v.t.t.
  1. zou voortschuiven
  2. zou voortschuiven
  3. zou voortschuiven
  4. zouden voortschuiven
  5. zouden voortschuiven
  6. zouden voortschuiven
diversen
  1. schuif voort!
  2. schuift voort!
  3. voortgeschoven
  4. voortschuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for voortschuiven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
fösa schuiven; voortschuiven
knuffa schuiven; voortschuiven dringen; duwen
skjuta schuiven; voortschuiven afschieten; afvuren; doorschieten; dringen; duwen; filmen; schieten; schoten lossen; vuren
skjutsa schuiven; voortschuiven
skuffa schuiven; voortschuiven